De Amsterdamse wethouder Laurens Ivens van bouwen en wonen sluit niet uit dat het tekort aan bouwvakkers en de stijgende bouwkosten tot een ‘klein dipje’ in de woningbouwproductie zullen leiden. “Maar het doel is en blijft om tot 2025 52.500 woningen bij te bouwen. En omdat het eerste jaar iets meer dan gemiddeld is gebouwd, hebben we nog een buffertje.”
Hogere aantallen en een verschuiving in het woningbouwprogramma van dure huur en koop naar het midden- en lagere prijssegment. Dat is de lijn die SP-wethouder Ivens voor de hoofdstad heeft ingezet, zo stelde hij in de eerste editie van de talkshow ‘Onder Amsterdammers’ in debatcentrum de Balie. Want de problemen die huishoudens ondervinden bij het zoeken naar geschikte, betaalbare woonruimte worden alleen maar groter. Zelfs met een inkomen van 60.000 euro is een positieve uitkomst van de zoektocht niet meer gegarandeerd.
Ivens: “Het lastigste is misschien wel dat elke woning die we bijbouwen weer leidt tot een nieuwe vraag. De woningbehoefte lijkt haast onverzadigbaar. De druk op de woningmarkt zal dus niet zomaar afnemen. Daarom is het ook belangrijk om in de metropoolregio minstens dezelfde aantallen te realiseren.”
Het neemt niet weg dat Ivens met een aantal problemen kampt. Bouwbedrijven vallen weg onder druk van stijgende bouwkosten en een gebrek aan bouwvakkers; woningcorporaties zijn niet in staat om te investeren vanwege oplopende belastingdruk, en beleggers en projectontwikkelaars willen niet meer investeren omdat zij de door de gemeente vereiste 40-40-20 verdeling (40 procent sociale huur, 40 procent middenhuur en 20 procent duur) niet zien zitten.
Volgens Ivens valt het voor wat betreft de bouwers, beleggers en ontwikkelaars allemaal wel mee. Hem is slechts een project bekend waarbij vertraging is opgetreden omdat de aannemer het niet meer rond kreeg. Beleggers en ontwikkelaars staan nog steeds in de rij voor iedere bouwlocatie die beschikbaar komt. Hij is er daarom van overtuigd, dat de aantallen gehaald zullen worden. “Ik sluit niet uit dat we de komende jaren nog een klein dipje zullen krijgen in de bouw. Maar daar komen we uit, want er komen weer heel veel nieuwe bouwvakkers aan.”
Zorgen over betaalbaarheid
De investeringscapaciteit van woningcorporaties is in dat opzicht veel zorgwekkender, vindt de wethouder. De verhuurdersheffing en andere belastingen die zij tegenwoordig aan het rijk moeten afdragen beperken de mogelijkheden om te investeren in nieuwbouw en de bestaande woningvoorraad in ernstige mate. “Ik maak me grote zorgen over de betaalbaarheid en de kwaliteit van de 400.000 bestaande woningen in Amsterdam”, aldus Ivens.
Dit artikel is verschenen in Cobouw. Meer lezen? Klik hier.